zondag 25 september 2011

Lima (is geen stad voor schrijvers)

Een impressie van Lima door Jelle Mampaey

Het huis stond midden in de stad, op een zacht glooiende heuvel. Het enige raam was gericht op de eerste zonnestralen. Elke ochtend opnieuw probeerde de schrijver die eerste zonnestralen te vangen tussen de vier muren. Steeds weer ontsnapten ze hem. Zweefden ze weg. Hij zat vast in de grijze, besloten stad, ver weg van het helle licht van de zon. Roet, rook, steen. Geen klimop mocht groeien in de verborgen holtes van het dakgebinte. Overal waar iets natuurlijks dreigde door te breken, werd het meedogenloos in de kiem gesmoord. Zelfs stront werd opgeruimd. Alleen steen mocht groeien, alleen rook mocht weelderig bloeien. Smog. Rook overal, zoekt zijn weg tussen stenen. Schaduw zwerft doorheen de straten. Rook en steen, daar was de stad van gemaakt. De lichtvoetige rook krioelde tussen de stijve stenen, als een reiziger doorheen de straten. De mensen kropen. Mensen als insecten, nauwelijk opgemerkt in de schaduw. Hen behoort de stad niet toe. Zij proberen zonnestralen te vangen, hun leven lang, maar stikken in de rook die hen omringt. Vertrappeld door de stenen van de stad. Nooit zullen ze uitkijken boven de gebouwen die hen omsingelen, nooit zullen ze lichtvoetig als rook reizen doorheen de straten. Gedoemd om vertrappeld te worden door hun eigen constructies.

Hij was pizzakoerier. Drie margherita's en een gedrocht met bananen moest hij afleveren. Zijn brommertje vertrok als een lama op speed en ging plat in elke bocht. Als een wild beest bereed hij haar, als een lammetje gehoorzaamde zij de kleinste beweging van zijn vingertoppen. Hij remde net op tijd achter een groot uitgevallen driewieler, schoot naar rechts, ontweek een bejaarde bus en dook ijlings tussen twee wagens. Een vis in het water van de straten. De stad was zijn domein. Voor hem waren de bewegingen van de verkeersstroom als een logaritme voor een wiskundige. Hij wist perfect waar hij onder water dook en waar hij weer boven zou komen. Hij was niet speels. Het was hem ernstig. Trefzeker baande hij zich een weg. De overvolle avenida's boden hem zeeën van ruimte, in de weinige smalle straatjes wierp hij zich met doodsverachting om er enkele seconden later aan de andere kant weer uitgekatapulteerd te worden. Hij was een God die met ijle tred door de straten zweefde. Een roofdier te midden van een horde weerloze prooien. Hij was gefocust op zijn doel, elke hindernis was een stofje op zijn weg.

De schrijver stak voorzichtig de straat over, liet een pizzakoerier op een luidruchtig brommertje voorgaan en beklom moeizaam de andere oever van de straat.

Over de navel van de wereld en een oude berg

Met bonkend hart sta ik op 7 september 2011 in de hal van de luchthaven van Callao in Lima. Uitgerekend Jelles vliegtuig had een uur vertraging en na wat het langste uur uit mijn leven leek, kon ik eindelijk die vertrouwde krulletjes onderscheiden tussen de massa aankomende en elkaar weerziende mensen. Van een blij weerzien gesproken... Jelle wou meteen local doen, dus we namen de meest gammele bus naar Casa Marfil. Jetlag en lang opblijven gaan nog altijd niet samen, dus we kropen vroeg onder de wol.

Twee dagen later vertrokken we met de bus naar Cusco, de oude hoofdstad van de Inca’s. Maar voordat we daar aankwamen stond ons een rit van 20 uur te wachten, vol bochten, mooie landschappen, slechte gedubde films en snurkende mensen. Al met al ging de tijd snel voorbij en omstreeks 10 uur de volgende dag zagen we Cusco in het dal onder ons liggen. Cusco is een wereld van verschil met Lima. Geen smog, maar zon. Geen lawaaierige, brede, levensgevaarlijke avenida’s, maar gezellige, smalle, geplaveide straatjes. Geen Peruvianen die je aanstaren of onbeschaamd nafluiten, maar een mix van geboeide toeristen en vriendelijke Peruvianen in kleurrijke traditionele kledij. Geen straathonden met mogelijk hondsdolheid, maar lama’s! Die leuke beestjes waren trouwens alom aanwezig in en rond de stad en hun eigenaars wilden maar wat graag dat je met de lama’s op de foto gaat (uiteraard tegen betaling).

We namen drie dagen de tijd om de ‘Navel van de wereld’ (want dat betekent Cusco in het Quechua, de taal van de Inca’s) te bezichtigen. Cusco heeft indrukwekkende koloniale kerken die vanbinnen heel overdadig versierd zijn met goud dat de Spanjaarden van de Inca’s vonden of beter, gewelddadig in beslag namen. Ik kon niet echt zeggen dat ik al die overdaad echt mooi vond, maar indrukwekkend was het vast en zeker wel. Wat ons opviel was dat je in de katholieke kunst ook Inca-elementen terugvond. Zo hing er een schilderij van het laatste avondmaal, maar in plaats van brood aten ze ‘cuy’ een plaatselijk gerecht van een geroosterde cavia. We maakten ook daguitstap naar de Incaruïnes van Sacsayhuamán en Qenko die net buiten Cusco lagen. Vooral de eerste was echt de moeite en onze enthousiaste gids (die trouwens afstamde van echte Inca’s) wees ons op details die we zelf waarschijnlijk nooit zouden opmerken, zoals stenen van een muur die gebouwd zijn in de vorm van een kolibri. Genoeg te zien dus in Cusco en als we niet aan sightseeing deden, was het ook heel leuk om gewoon rond te wandelen langs de gezellige straatjes en vele marktjes.

Na 3 dagen Cusco namen we de trein naar Machu Picchu Pueblo, beter bekend als Aguas Calientes, een dorpje dichtbij Machu Picchu. Dit dorpje ligt zo geïsoleerd dat het enkel met de trein te bereiken is. In Aguas Calientes namen we één dag de tijd om wat uit te rusten en te genieten in de zalige thermische baden, waaraan het dorpje zijn bijnaam dankt. De dag erna was het zover, deze dag zou waarschijnlijk het hoogtepunt van de reis worden. Iedereen die Machu Picchu bezocht spreekt er vol lof en ontzag over. Ik had dus hoge verwachtingen en was dan ook een beetje zenuwachtig die dag om één van de 7 nieuwe wereldwonderen te zien. Voor dag en dauw vertrokken we die dag om 05.45u, want ’s morgens is Machu Picchu op z’n mooist. Er stond ons een beklimming van 400 meter te verwachten. Uitgeput, hijgend en bezweet kwamen we om 7u aan, maar de beloning voor deze inspanning zou zeker de moeite zijn. Even later begon onze gegidste tour door Machu Picchu. Eventjes aanschuiven aan de ingang, nog een honderdtal meter stappen een daar lag de verloren Incastad in al zijn pracht en glorie te schitteren in de ochtendzon, omgeven door de machtige toppen van de Andes. Zonder twijfel één van de indrukwekkendste dingen die ik ook gezien heb. Als je daar zelf staat, besef je hoe groot het is en op wat voor een onmogelijke plaats de oude Incastad ligt en verbaast het je niet dat de Spanjaarden de stad nooit hebben gevonden. Machu Picchu (wat Quechua is voor ‘oude berg’) ligt ingesloten tussen steile bergtoppen die voor magnifieke panorama’s zorgen. Na een boeiende tour van 3 uren, namen we voldoende de tijd om van het uitzicht te genieten en foto’s te maken. Uren kon ik er naar kijken, maar om 16u vertrok onze trein terug naar Cusco. Zo’n dag was toch wel vermoeiend, dus ons bed was zeer welkom. Alsof we nog niet genoeg moois gezien hadden, stond ons de dag erna nog een prachtige tour met de bus te wachten doorheen de Valle Sagrado (Heilige Vallei) van de Inca’s. Onderweg genoten we van adembenemende landschappen en we bezochten en beklommen de Incaruïnes van Pisac en Ollantaytambo, die alletwee ook echt een bezoek waard waren. Inca’s hielden er blijkbaar van om hun huizen en steden op hoge en onmogelijke plaatsen te bouwen en die mensen moeten echt een goede conditie hebben gehad! We hadden de dag erna nog een halve dag in Cusco, maar daarna zat onze reis er helaas op. Er werd ons nog een laatste blik op de stad gegund, maar de bus maakte een bocht en Lima en de stage wachtten weer op ons.

Ondanks het feit dat onze reis erop zat, had ik toch heel veel zin om terug aan de stage te beginnen, ik had de kindjes van Hogar Anar toch wel gemist. Het was ook een blij weerzien met de 7 andere chicas in Casa Marfil die heel benieuwd waren naar onze avonturen en die woensdag trouwens zelf naar Cusco vertrekken. Jelle bleef nog enkele daagjes in Lima, maar daarna was het helaas tijd voor hem om te vetrekken en tijd voor mij om er terug in te vliegen! Mijn batterijen waren helemaal terug opgeladen, de reis had deugd gedaan.

Ik heb enorm genoten van de zalige reis en uiteraard ook van mijn reispartner, die ik heel erg dankbaar ben voor alles.

Nog even een paar wist-je-datjes, voordat ik onder de wol kruip:

Wist je dat?
-   Onze gids in Cusco vroeg of Jelle en ik broer en zus waren? Blijkbaar vinden niet alleen wij dat Peruvianen allemaal op elkaar lijken, maar vinden zij dat ook van blanken.
-   Er een schildpad in onze tuin woont, die zich gemiddeld één meter per week verplaatst?
-   Het geen goed idee is om midden in de week te gaan feesten als je de dag erna stage moet doen?
-   Je hier nergens wc-papier in de wc mag gooien, maar in het vuilbakje naast de wc?
-   Sommigen bussen in Lima mee doen aan een race tegen andere bussen? Af en toe stapt er een meneertje op de bus en die schrijft dan de tijd op, blijkbaar kunnen ze ook prijzen winnen.
-   Het hier nu lente is en bij jullie herfst?

Groetjes en dikke kussen aan iedereen!
Marlies

vrijdag 2 september 2011

De eerste weken in Lima, of hoe de tijd hier vliegt!

De tijd die er verstreken is tussen het eerste en het volgende blogbericht liegt er niet om: ik heb het hier superdruk! Ik kan amper geloven dat we hier al meer dan 3 weken zijn. De tijd vliegt voorbij en voordat we het kunnen beseffen is de dag alweer om. Onze dagen zijn dan ook goed gevuld. Onze stage begint hier stilaan vorm te krijgen. En als we geen stage aan het doen zijn, zijn we wel bezig met onze stage voor te bereiden, de was doen, winkelen, fitnessen (ja hoor, we hebben hier een fitnessabonnement!), skypen, mailen of chatten met het thuisfront, tripjes plannen,…

Over die tripjes gesproken, in het weekend van 20 en 21 augustus deden we ons eerste uitstapje. De reis ging naar Paracas, op zo’n 4 uurtjes rijden van Lima. Vanuit Paracas maakten we een tour per boot rond de Islas Ballestas, een eilandengroep voor de zuidkust van Peru waar het krioelde van de zeevogels, pelikanen, zeehonden en pinguïns. De hoge rotsachtige eilanden met daarop honderden dieren waren echt een prachtig zicht en leverde ook mooie beelden op. In Paracas zelf deden we ook een rondrit in een minibusje doorheen het natuurreservaat. Ik, die mij safariachtige toestanden voorstelden doorheen de jungle, was aangenaam verrast. Het natuurreservaat was één uitgestrekt woestijnlandschap. Hoewel we toch nog aan de kust zaten, was het daar echt kurkdroog en verlaten. De combinatie zee-woestijn vond ik dus wel gek, maar ook hier hadden we fenomenale uitzichten over zee, woestijn, rotsen en kliffen. Leuk was dat we onderweg ook nog flamingo's spotten. Het hobbelige busje loodste ons veilig doorheen de middle of nowhere (want zo zag het eruit)  en de rest van het weekend vulden we met genieten van de zon (die in Lima tijdens deze tijd van het jaar heel weinig te zien is aangezien het hier nu winter is), terrasjes doen, ijsjes eten en souvenirtjes kopen, of kortweg ervan profiteren!

Na dit korte tripje begon het bij mij echt te kriebelen. Ik had heel veel zin gekregen om te reizen en nog meer te zien van al het moois dat Peru te bieden heeft. Mijn reisagenda staat daarom ook al goed vol voor de komende weken. Dit weekend gaan we naar Lunahuana en woensdag krijg ik zeer welkom bezoek, waarmee ik vrijdag naar Cuzco en Machu Picchu zal reizen. Het is echt heel leuk dat we af en toe een week vrij krijgen van onze stagebegeleister en zij begrijpt ook dat we wat willen zien van dit land.

Voor de geïnteresseerden onder ons zal ik ook nog wat meer vertellen over mijn stage. Hogar (letterlijk: ‘tehuis/home’) Anar is een huis waar momenteel 12 meisjes van 6 tot 17 jaar verblijven die omwille van allerhande redenen niet meer bij hun ouders kunnen of mogen wonen, vaak verwezen door de jeugdrechter. Niet alle kinderen zijn dus wezen, sommigen wel. Voor de pedagogen onder ons: je kan dit dus vergelijken met een residentiële voorziening van de Bijzondere Jeugdzorg. Onze taak bestaat uit het individueel begeleiden van de meisjes die het het hardst nodig hebben en het geven van workshops in groep over allerhande thema’s zoals sociale vaardigheden, emoties, zelfbeeld,… Het zijn echt allemaal schatten van kindjes, ze knuffelen heel graag en ze zijn altijd blij om ons te zien. Ik ga hier zeker heel veel bijleren!

Je leest het dus goed, ik heb het hier al helemaal naar mijn zin in lamaland! Zo, nu ga ik de stage van volgende week nog wat voorbereiden en daarna mijn rugzakje maken voor dit weekend! Lees zeker ook de wist-je-datjes!

Saludos y un gran beso,

Marlies


Wist je dat?
-          Elke familie is van de ambassadrice van België hier in Lima?
-          We daarom uitgenodigd waren op een chique receptie met allemaal diplomaten en ambassadeurs?
-          Je hier een boete krijgt als je de Peruviaanse vlag niet uithangt op de nationale feestdag?
-          Er hier niet alleen gele, maar ook witte en zwarte maïs bestaat?
-          Peru één van de landen op aarde is waar er het meeste biodiversiteit is? (Ter info: geen enkel Europees land behoorde tot deze lijst)
-          Het buspersoneel in Lima zorgt voor extra stress op de bus? Naast de buschauffeur is er ook een mannetje waar je busticketjes bij moet kopen. Dat mannetje staat ook altijd aan de deur en roept ‘Baja! Baja! Baja!’ (stap uit, stap uit, stap uit!) en ‘Sube! Sube! Sube!’ (stap in, stap in, stap in!) terwijl je in of uitstapt, heel grappig en overbodig eigenlijk. Verwacht hij soms dat we opeens blijven stilstaan terwijl we uitstappen?
-          De mensen hier heel vreemd bellen met hun gsm? Als de persoon aan de andere kant van de lijn spreekt, houden ze het ding aan hun oor (tot zo ver alles normaal), maar wanneer zij zelf spreken brengen ze de gsm naar hun mond, dus tijdens het gesprek wisselen ze de hele tijd van oor naar mond, heel grappig! Eerst dacht ik dat ze dat deden zodat hun gesprekspartner hen beter zou kunnen verstaan, want er is echt veel lawaai op de bus en op straat. Maar Gwen heeft het zelf aan iemand gevraagd en de mensen hebben blijkbaar echt niet door dat je je gsm ook gewoon aan je oor mag houden als je belt.